Waarom een netwerk van snellaadstations cruciaal is

Snelladen, laadcapaciteit van stations en economies of scale

Laden zal een mix zijn van thuis laden, laden op bestemming (denk: bedrijventerrein, supermarkt, hotel) en laden op openbare locaties voor zowel langzaam als snelladen. Toch speelt snelladen een sleutelrol bij het laden van grote aantallen elektrische auto’s.

Terwijl Europa toe beweegt naar een steeds groter aandeel puur elektrische auto’s op de weg, is het noodzakelijk te kijken naar de ‘total cost of infrastructure’ om deze auto’s op te laden. Denk aan de kosten voor de aansluitingen op het elektriciteitsnet, upgrades aan het net en het gebruik van schaarse ruimte. Zogenaamde ‘economies of scale’ kunnen de ‘total cost of infrastructure’ aanzienlijk verlagen en gebruikers daarmee lagere prijzen bieden.

Naast economies of scale zijn er andere duidelijke voordelen verbonden aan het clusteren van snelladers op één locatie. De herkenbaarheid van snellaadstations, neem bijvoorbeeld onze stations met de bekende gele vleugels, dragen bij aan het bezoek van die stations en daarmee aan de efficiëntie van de totale laadinfrastructuur. Stations met een dak beschermen bezoekers niet alleen tegen de elementen, ze kunnen ook gebruikt worden om zonne-energie te vangen zoals we doen op Fastned stations. Daarnaast kunnen stations meer diensten en producten leveren dan alleen energie, waardoor in de toekomst nog meer efficiëntie kan worden bereikt.

Capaciteit van snellaadstations

Stations met twee standaard 50 kW snelladers kunnen - conservatief gemiddelde - maximaal 560 kWh per dag leveren. Dit staat gelijk aan 2800 km elektrische kilometers per dag, gebaseerd op historische data van het gedrag van onze klanten:

1. Snellaadstations worden meestal gebruikt tussen 07:00 en 23:00 uur, maar voor een goede berekening gebruiken we de 24 uur dat een lader werkt tijdens een dag- en nachtcyclus.
2. Een maximum van 40% benutting tijdens de gebruiksuren (40% van de laders is in gebruik tijdens deze 24 uur).
3. Gemiddeld laadt een EV slechts op 70% van de maximale laadcapaciteit van onze snelladers (niet elke EV kan op pieksnelheid blijven laden gedurende een laadsessie)

De komende jaren zullen steeds meer voertuigen in staat zijn te laden op hoge snelheden. En met krachtiger laders zal een enkel snellaadstation meerdere voertuigen kunnen blijven bedienen.

Laten we kijken wat er gebeurt als we een 2x 50 kW station upgraden naar 4x 300 kW of zelfs 8x 400 kW 

Bij Fastned bouwen we geen nieuwe 50 kW stations meer. De laadtechnologie is inmiddels een stuk verder en de meeste nieuwe stations hebben nu ten minste twee 400 kW laders. In de berekening hieronder zie je hoe het upgraden van deze laders leidt tot een flinke toename van de laadcapaciteit van een enkel station.

Een eerste generatie station heeft een capaciteit van 239.232 kWh per jaar en een geüpgraded station meer dan 1,4 miljoen kWh. De nieuwste stations bieden dus vijf keer meer capaciteit op hetzelfde landoppervlak.

De economie achter snellaadstations

De capaciteit van een 2.0 station is zeven tot veertien keer die van een ouder snellaadstation. Tegelijk zijn de eenmalige kosten (CAPEX) zoals vergunningen, netaansluiting, materiaal, constructie, installatie en projectmanagement van één station met 4x 300 kW laders veel lager dan als je zes tot dertien additionele stations zou moeten bouwen. Terugkerende kosten (COPEX) zoals technisch onderhoud en schoonmaak zijn amper hoger voor het 2.0 station. De capaciteit neemt dus (veel) sneller toe dan de kosten. Doorgerekend zijn de kosten per kWh geleverd daarmee lager, zolang een station een minimumaantal klanten per dag heeft.

Een ander voordeel van het upgraden van snellaadstations zit ‘m in de optimalisatie van het gebruik van de netaansluiting. In veel Europese landen ligt de belasting op energie hoog en tegelijk zijn deze belasting regressief, m.a.w. hoe meer je verbruikt per aansluiting hoe minder belasting je betaalt per kWh.

Dan is de vraag, kan het energienet dit aan? Zolang snellaadstations zijn aangesloten op de middenspanningsring van het net (10kV of 20kV) kan het vermogen van het station worden opgeschaald in lijn met de verwachte exponentiële groei van elektrisch rijden. Supermarkten, hoge kantoorgebouwen en grote loodsen zijn vaak aangesloten op het middenspanningsnet met een 1 of 2 MW connectie. Snellaadstations zijn vergelijkbaar qua energiebehoefte en blijven daarmee ruim binnen de capaciteit van het middenspanningsnet. 

Meer laders, minder wachten

Een ander fundamenteel voordeel van grote snellaadstations is verminderde wachttijd. Als we een gemiddelde laadtijd van 20 minuten per auto aanhouden dan zal een station met één enkele laadplek waarschijnlijk zo’n 10 minuten wachttijd opleveren voor de volgende bezoeker. Als we de laadplekken verdubbelen wordt de wachttijd 5 minuten en met vier laadplekken zelfs minder dan 2,5 minuut. Een groter snellaadstation met meerdere laadplekken vermindert de wachttijd daarmee aanzienlijk.

Meer laders betekent ook minder uitval. EV rijders moeten erop kunnen vertrouwen dat ze kunnen laden op snellaadstations. In het uitzonderlijke geval dat een station over één lader beschikt die 99% van de tijd werkt, dan is die lader alsnog 3,6 dagen buiten gebruik. Bij twee laders met allebei een ‘uptime’ van 99% is de tijd dat beide laders buiten gebruik al verminderd tot minder dan een uur per jaar, aangezien beide laders onafhankelijk van elkaar functioneren.

Volg @Fastned voor het laatste laadnieuws en mij @lucbronk voor meer inzichten in snelladen.